olland logo snelweger

Van Westrenen gaf vorm aan ontwikkeling van Olland

uit: Industrieel Ontwerpen: tijdschrift voor productontwikkeling
juni 1987, nr 11, p. 15-18

door Hidde van der Veen

Een gebouw uit de jaren zeventig. Een bedrijf uit de vorige eeuw. Een ontwerper die zijn produkten steeds bleef vernieuwen, maar tegelijkertijd huisstijl en nieuwbouw begeleidde. A.J.C. (Kees) van Westrenen is tot 1 september 1987 industrieel ontwerper bij Koninklijke Olland. Hij begon zijn loopbaan ruim veertig jaar geleden met het maken van een vleessnijmachine, via weegschalen kwam hij bij wat ook zijn laatste ontwerp voor Olland was: de koffieautomaat.

De kritiek op automaatkoffie zit de ontwerper blijkbaar nog steeds dwars: 'Vroeger was er in de bedrijven - op de werkvloer - helemaal geen koffie. Dat is door de automaten rigoreus veranderd. Ik zeg dat altijd maar, wanneer mensen me verwijten dat ik met automaatkoffie ben gekomen.', is de eerste opmerking als we over het produkt beginnen waarmee het bedrijf de laatste jaren het meest aan de weg timmert.

Rietveld-periode

Olland begon in de vorige eeuw in Utrecht als een instrumentenmakerij, nauw verbonden aan de meteorologen van de plaatselijke universiteit. In 1907 werd de eerste weegschaal voor winkelgebruik geproduceerd. De benaming 'snelweger' was bedacht door W.C. Olland, zoon van de oprichter van het bedrijf. De produktie van weegschalen maakte het bedrijf groot. Aan deze bloei kwam een einde in de oorlogsjaren. In maart 1946 deed Van Westrenen zijn intrede in het bedrijf als hulp in de tekenkamer. Olland produceerde weer weegschalen. Van Westrenen, die zichzelf consequent constructeur noemt, over die periode: 'Ik had het in m'n vingers. Als kind heb ik altijd al dingen willen maken en was ik ook altijd in de weer met materialen. Ik wilde me nu eenmaal met alles bemoeien wat een vorm heeft. Tekenen was mijn vak, al was ik door de omstandigheden niet in de gelegenheid geweest om hoger onderwijs te volgen.' Zijn eerste eigen ontwerp was een snijmachine voor vleeswaren. Het model werd ter beoordeling voorgelegd aan de Stichting Industriële Vormgeving, waar het aanvankelijk waardering oogstte. 'Dat ding was ontworpen zonder dat ik iets van het vak afwist. Ik had eerst machines van de concurrentie bekeken en op grond daarvan en op grond van mijn eigen ideeën een ontwerp getekend. Natuurlijk kwam er dus een concurrent die zei dat het ontwerp gepikt was. Nou, daar moest je in die tijd bij de SIV niet mee aankomen. Het was nog de echte Rietveld-periode. Esthetiek en zuiverheid, daar ging het om. Ik heb toen voorgesteld voortaan ook een technicus bij die beoordeling te betrekken en dat is ook gebeurd.' Nog steeds heeft Van Westrenen alle folders van de concurrentie binnen handbereik.

Radio

Opleidingen voor industrieel ontwerpers kwamen in de jaren '50 van de grond. In Eindhoven werd de AIVE opgericht, in Den Haag de weekendopleiding van de Koninklijke Academie. Van Westrenen schreef zich in voor de Haagse opleiding. Met gepaste trots laat hij zijn afstudeerobject zien: een radio die het nog steeds doet, zoals hij ons toevertrouwt. Het werk bij Olland ging gewoon door: de weegschalen vormden de kern van de inmiddels gemoderniseerde produktie. Karakteristiek is de scherpe driehoekige vorm van de wijzerplaat, die los van het frame is aangebracht. In de jaren '60 wordt in een folder nadruk gelegd op de vormgeving: 'Vormgeving - speciaal nieuwe Olland vormgeving - geeft uw zaak 'standing'. Juist nu, jaren nadat het bedrijf de markt voor weegschalen verliet, is er een oplevende vraag naar - inmiddels - tweedehands weegschalen van Olland. Het oog van de klant wil ook wat - in dit geval op de specialiteitenafdelingen van het grootwinkelbedrijf. Tegenwoordig komen weegschalen uit het Verre Oosten. De Europese producenten - met uitzondering van Mettler - hebben de overgang naar elektronisch wegen gemist.

Drankautomaten

In 1958 begon Olland met de produktie van koffieautomaten. Oud-hockeyer Hooghiemstra benaderde het bedrijf met zijn idee drankenautomaten te assembleren. Hij had dergelijke automaten in Amerika gezien en was betrokken geweest bij een bedrijf dat gereviseerde Amerikaanse apparaten op de Europese markt bracht, maar kort tevoren failliet was gegaan. 'De staf werd bijeen geroepen - dat waren toen de werkmeesters - en we hebben het idee besproken. We vonden het wel wat. Ik heb toen in korte tijd een kast ontworpen, het mechanisme kopieerden we grotendeels. De kast was functioneel, de belettering heb ik zelf aangebracht en ik zette er van die Kho Liang le-pootjes onder, daar liet je je toen door inspireren. De lijnen onderaan het front brachten we zelf met een trekpen aan. Dagen hebben we er met een paar man aan gewerkt. In het ontwerp had ik één fout gemaakt: de bedieningsknoppen stonden bijna horizontaal en in de praktijk bleek dat mensen die de koffie niet lekker vonden, hun beker over de knoppen leeggooiden.' In het inwendige deel valt een keramische mengschaal op. Pas veel later is dit onderdeel, waarin koffie of thee wordt gemengd met water en suiker, in kunststof uitgevoerd. De kosten daarvan waren in het begin te hoog, metaal kwam om dezelfde reden niet in aanmerking. In de loop der jaren ontwikkelde Van Westrenen een reeks van eigen vindingen. Een bekermechanisme waaruit door middel van een kantelsysteem één beker per keer kon worden getrokken en een systeem om de voorraadbussen gelijkmatig te laten leeglopen. Een patent op dit laatste was niet mogelijk: in Duitsland was een dergelijk idee al gepatenteerd voor graansilo's. Ook het mengtableau werd opnieuw voor Olland ontworpen en na de overgang op verse koffie een koffiezetapparaat.

Geen schroeven

Een drankenautomaat van Olland ziet er tegenwoordig van binnen uit als een klein keukentje, compleet met aanrecht en voorraadbussen. Van Westrenen streeft ernaar de binnen- en buitenkant van het apparaat tot een eenheid te maken. 'Als je Italiaanse apparaten bekijkt, zie je dat ze een kast maken en daarbinnen alles met schroeven ophangen. Aan zo'n kerstboom kun je natuurlijk nooit meer iets vervangen, want van standaardisatie kan geen sprake zijn. Ik doe het altijd met zo min mogelijk schroeven, in mijn snijmachines zaten ook zeer weinig schroeven, alles paste in elkaar.' Die integratie geldt ook voor de kleur: 'In mijn eerste schetsen kies ik voor een kleur. Die keuze blijf ik tot het laatst verdedigen. Als in de markt blijkt dat dat niet aanslaat, natuurlijk, dan moet ik me ook wel eens aanpassen, maar ik ben tegen een aanpak waarin reclamejongens je voorschrijven wat de kleur moet zijn, of je de vorm van de knoppen dicteren. Het doorbreekt de eenheid van je produkt. Je bent natuurlijk altijd bezig met nieuwe ideeën. Het kan wel zeven jaar duren voordat echte nieuwe ideeën op de markt aanslaan en je bent hier ongeveer één jaar bezig met het maken van een nieuw apparaat, dus dat kan wel eens fricties opleveren. Soms ben je daardoor ook de markt voor. Ik ontwierp al vroeg een witte automaat, die niet echt aansloeg. We hebben hem toen in bruin gemaakt en het werd een succes. Ik heb zelf nog een foto voor op het front gemaakt: een oude koffiemolen, suikerpot enzovoort, her en der bij kennissen bij elkaar gehaald.'

Meeontwikkelen

Van Westrenen is een zelfbewuste ontwerper die strijdt voor zijn ideeën: 'De verkoopafdeling heeft wel eens andere ideeën. Waar ik me nooit mee heb laten afschepen is het argument dat smaken verschillen. Dat is een smoes. Ik vraag me altijd af. wat heb je aan de ontwikkeling van je smaak gedaan? Je moet je eigen stijl blijven verdedigen. Als je dat niet doet, word je een slaaf van de verkoop. Ontwerpen kan alleen in een duidelijke organisatie, iedereen moet meedoen aan de ontwikkeling: de produktie moet worden afgestemd, voor investeringen heb je medewerking nodig en vooral, wat kan ik gebruiken van de bestaande elementen. Verder moet je met het bedrijf meeontwikkelen. En het bedrijf met jou.'